Go, Go, Go, Fire up the Q! Steek je BBQ aan en stook hem op naar 125°C op indirecte wijze.

Verwijder met een scherp mes de vliezen van de wangen.

Smeer de wangen in met wat olie en bestrooi ze met zout en peper. Doe dit niet overdreven dik want het vlees heeft een delicate smaak.

Voeg het rookhout toe aan het vuur en leg de wangen op de barbecue, weg van het vuur, en sluit de deksel.

Kijk na drie uur of de kruiden goed vast zitten en de wangen mooi van kleur zijn. Het vastzitten controleer je door even met je vinger tegen de kruiden aan te duwen.

Als de kruiden vastzitten en de kleur mooi is mogen de wangen van de barbecue om ingepakt te worden. Zijn ze nog niet zover controleer dan om het kwartier of ze goed zijn.

Pak de wangen elk in een stukje aluminiumfolie samen met een klontje boter, een flinke eetlepel basterdsuiker en een eetlepel honing.

Vouw het folie goed dicht en leg de wangen terug in de barbecue. Als de interne temperatuur van de wangen 95°C is zijn de wangen gaar. Je kunt even met de voeler in de wangen prikken, deze moet erin gaan als in zachte boter. Als ze nog teveel weerstand hebben kun je ze nog langer laten liggen en de priktest een kwartiertje later herhalen.

Haal de wangen van de barbecue en doe de folie open om ze even uit te laten dampen, zo’n 10 minuten. Sluit het folie en laat ze nog een minuut of 5 rusten voordat je ze serveert.